Ik denk dat de jaren 1962 tot 1964 van de "boeiendste" en de meest fascinerende geweest zijn van de wielergeschiedenis, omdat vanaf dan de grote belangen van de merkenploegen begonnen te spelen (zeker omdat vanaf dan de merkenploegen hun intrede deden in toen al hét evenement van het jaar, namelijk de Tour) . Voor de renners en ploegleiders was dit een nieuw gegeven waar ze nog moesten leren mee omgaan. De sportdirecteurs ontekten plots dat er voor hen heel wat publicitair interessante graantjes mee te pikken waren (Driessens en De Kimpe om hen maar te noemen hadden het trouwens al langer door).
Bovendien zitten we in die jaren op een scharnierpunt wat het nemen van prestatiebevorderende middelen en de controle daarop betreft. Vanaf 1965-66 en zeker vanaf 67 worden de dopingcontroles systematisch, maar tot 1964 kon zowat alles en iedereen wist van iedereen wat hij nam, dus ... werd erover gezwegen, maar gebeurden er af en toe wel peperdure afrekeningen.
Bovendien waren een aantal tenoren met "ballen" en "eigen dominant karakter" toen op de top van hun kunnen. Ik denk aan Anquetil, Van Looy, Altig, Simpson, Jan Janssens. Zij hadden zeker niet het gemakkelijkste karakter en we mogen zeggen dat Ronse, zeker na de GBC-affaire en de rol van Van looy hierin, HET moment voor interne afrekeningen was, afrekeningen, waar we waarschijnlijk nooit het fijne zullen van weten, maar die zich zeker niet beperkt hebben tot innerlijke strubbelingen binnen de Belgische ploeg.
Bovendien zitten we in die jaren op een scharnierpunt wat het nemen van prestatiebevorderende middelen en de controle daarop betreft. Vanaf 1965-66 en zeker vanaf 67 worden de dopingcontroles systematisch, maar tot 1964 kon zowat alles en iedereen wist van iedereen wat hij nam, dus ... werd erover gezwegen, maar gebeurden er af en toe wel peperdure afrekeningen.
Bovendien waren een aantal tenoren met "ballen" en "eigen dominant karakter" toen op de top van hun kunnen. Ik denk aan Anquetil, Van Looy, Altig, Simpson, Jan Janssens. Zij hadden zeker niet het gemakkelijkste karakter en we mogen zeggen dat Ronse, zeker na de GBC-affaire en de rol van Van looy hierin, HET moment voor interne afrekeningen was, afrekeningen, waar we waarschijnlijk nooit het fijne zullen van weten, maar die zich zeker niet beperkt hebben tot innerlijke strubbelingen binnen de Belgische ploeg.
Opmerking